Veel gestelde vragen katten

Google heeft de tien meest gestelde vragen over katten vrijgegeven, het tijdschrift voor diergeneeskunde van de KNMvD heeft deze vragen voorgelegd aan de experts op dit gebied.

1. Waarom spinnen katten?

Katten spinnen veelal in positief sociale contexten. Zo spinnen kittens bijvoorbeeld tijdens het zogen bij de moeder. Katteneigenaren horen het spinnen vooral bij begroeting en contact zoeken. Voor een deel kan het gebruik van dit geluid per individuele kat aangeleerd zijn; uit onderzoek blijkt namelijk dat mensen positief reageren op de spingeluiden en dat de spinnende kat sneller wordt beloond met bijvoorbeeld aandacht. Spinnen treedt niet uitsluitend in een positieve context op, want ook katten in hoge nood laten soms gespin horen. Dat is voor ons moeilijk te interpreteren. Echter bij diercommunicatie zien we vaker dat één en dezelfde vocalisatie in verschillende contexten een andere betekenis kan hebben. Voor dieren is de combinatie context-vocalisatie en de daaruit voortvloeiende betekenis hoogstwaarschijnlijk overduidelijk. -Gedragskliniek voor Dieren

2. Hoe oud kan een kat worden?

De gemiddelde leeftijd van onze huiskat is ongeveer vijftien jaar. Maar dit kan erg variëren en er zijn katten die wel in de twintig worden. Binnenkatten worden gemiddeld ouder dan buitenkatten omdat ze minder risico lopen op trauma. Binnenkatten lijden echter vaker aan overgewicht, met alle negatieve effecten van dien. Regelmatige gezondheidschecks, parasietenpreventie en vaccinatie zorgen ervoor dat de kat een lang en gezond leven kan leiden. Net als bij de mens komt ouderdom met gebreken. Uit onderzoek blijkt dat oudere katten vaak last krijgen van hun gewrichten waardoor ze door de pijn minder willen bewegen en meer slapen. Dit probleem wordt vaak onderschat omdat katten niet makkelijk laten zien dat ze pijn hebben. -Dr. Claudia Wolschrijn

3. Waarom ‘trappelen’ katten?

Het typische kattengedrag van trappelen op de eigenaar of op een kussen, waarbij de kat tevens vaak een beetje duf lijkt te worden, wordt ook wel ‘melktreden’ genoemd. In dit woord ligt ook gelijk de origine van dit kattengedrag verborgen, want jonge kittens laten een soortgelijk gedrag zien als ze bij de moeder melk drinken. Het treden heeft een stimulerende werking op de melkklieren, zodat de melk beter zal toeschieten. Sommige volwassen huiskatten laten dit melktreden nog steeds zien bij de eigenaar -bijvoorbeeld als je lekker televisie ligt te kijken op de bank. Desmond
Morris speculeerde ooit dat de huiskat mogelijk een heel groot comfortabel moederdier in ons mensen zou kunnen zien. Beslist een grappige gedachte! -Gedragskliniek voor Dieren

4. Waarom slapen katten zo veel?

Elke diersoort heeft zijn eigen tijdsbudget over een etmaal. Dit is een soort schema waarin verschillende gedragingen, actief gedrag versus rustgedrag, in energetische zin nauwkeurig op elkaar zijn afgestemd in wisselwerking met het ecosysteem en de voedselniche van die diersoort. Deze dagindeling, die dus per diersoort kan verschillen, is in feite de resultante van de in de loop der evolutie voor die soort meest gunstige tijdbestedingscombinatie. De kat is een obligate carnivoor met een kort spijsverteringstelsel die daardoor vaak moet eten. Tevens is de kat een solitair roofdier dat zeer intensief moet jagen om prooi te bemachtigen. Tegenover al die energieslurpende activiteiten moet een royale en goede nachtrust staan om optimaal te kunnen herstellen (ongeveer 70 procent van de dag geldt voor de kat als rusttijd). Hetzelfde dagpatroon zie je overigens bij de marterachtigen: ook kleine solitaire obligate carnivoren, met een relatief kort spijsverteringskanaal en een intensief jachtpatroon. -Gedragskliniek voor Dieren

5. Waarom hebben katten snorharen?

Snorharen en de andere tastharen op de kop zijn gespecialiseerde haren, die, doordat de haarfollikels waaruit ze ontwikkelen veel zenuwvezels bevatten, signalen kunnen doorgeven. Op deze wijze vervullen ze de rol van tastsensor, die bij de mens in de vingers aanwezig is. De snorharen detecteren luchtstromen, waarmee aan de hand van snelheid en hoek van verandering een inschatting gemaakt zou kunnen worden van een naderend object. Samen met de andere zintuigen (reuk, gezicht en gehoor) wordt een inschatting van (het mogelijke gevaar in) de omgeving gemaakt of de aanwezigheid van een mogelijk prooidier. Sommige rassen zoals de Sphynx, Devon Rex en Cornish Rex hebben nauwelijks snorharen. Soms raken katten hun snorharen ook kwijt. Dit is in principe geen probleem, er komt een nieuwe snorhaar voor in de plaats. De kat (ver)snorhaart. Een kat zonder snorharen kan normaal functioneren. -Dr. Claudia Wolschrijn

6. Wat doet kattenkruid met een kat?

Kattenkruid (Nepeta cataria) is een vaste plant die tot dezelfde familie behoort als munt. Katten, maar ook leeuwen en tijgers, zijn gevoelig voor de vluchtige oliën in de stengels en bladeren van deze plant. Eén van deze oliën is nepetalactone, een stof met een milde hallucinerende werking. Door de geur gaat de kat ‘flehmen’, waarbij hij geurmoleculen in de lucht opvangt met de tong en vervolgens overbrengt naar het vomeronasale orgaan, beter bekend als het orgaan van Jacobson. Dit orgaan speelt onder andere een rol in seksueel gedrag en de eetlust. Het orgaan is bezet met reukgevoelige cellen, die direct in verbinding staan met centra in de hypothalamus. Dit prikkelt de kat tot zeer typische gedragsveranderingen
waarbij hij veelal driftig met kin en wang langs de plant gaat wrijven, zich gelukzalig gaat omrollen, miauwt en kwijlt. Na een minuut of tien verdwijnen de effecten weer. De kat is in het daaropvolgende uur niet gevoelig voor de werking van de stof. De gevoeligheid voor kattenkruid erft autosomaal dominant over en ongeveer 70 tot 80 procent van katten is gevoelig. Omdat het orgaan van Jacobson bij de geboorte nog niet volledig is ontwikkeld, heeft het kruid geen invloed op kittens tot een leeftijd van ongeveer zes maanden oud. -Gedragskliniek voor Dieren

7. Waarom houden katten niet van water?

Katten zijn typische roofdieren die jagen op het land en niet te water. Zo zijn ze in de loop van de evolutie gespecialiseerd en geschikt geworden voor een specifiek biotoop passend in een typische voedingsniche. Ofschoon ze graag een visje lusten, zijn ze niet uitgerust om te water te gaan, zoals wel het geval is bij sommige andere solitaire jagers zoals bepaalde marterachtigen, bijvoorbeeld de otter en de nerts. Bij deze diersoorten zie je ook daadwerkelijk morfologische aanpassingen voor de jacht in het water, zoals zwemvliezen tussen de tenen en een extra beschermend ooglid. Bij de kat zie je daarentegen juist het soepele flexibele lichaam geschikt voor de jacht op onregelmatig terrein en zelfs in bomen. Overigens kunnen katten wel zwemmen, maar zoals iedereen weet doen de meeste het niet graag niet van harte. -Gedragskliniek voor Dieren

8. Waarom eten katten gras?

Katten zijn carnivoren en hun spijsverteringsstelsel kan geen plantaardig voedsel verteren. Wanneer een kat gras eet, is braken dan ook meestal het gevolg. Wilde katten eten gras om de onverteerde delen van de prooi, zoals botten en haren, op te braken. Dit is een natuurlijk gedrag voor de kat, zelfs al leeft onze huiskat nu vooral op commercieel voer. Wilde katten eten de prooi met huid en haar op, inclusief de grasinhoud in de maag. Wellicht eet onze huiskat instinctief het gras om groenvoer (vezels) aan hun vleesdieet toe te voegen. Het gras kan verder helpen bij het opbraken van haarballen. Er zijn geen aanwijzingen dat het eten van gras geassocieerd is met ziekte of voedingsdeficiënties. -Dr. Ronald Jan Corbee

9. Waarom zitten katten graag in dozen?

Een doos geeft de kat een veilig gevoel. De eerste reactie van een kat op een bedreigende situatie is terugtrekken en verstoppen. Verstoppen is een ‘coping’-strategie van de kat om stressvolle situaties op te lossen, en een doos is daarvoor een goed hulpmiddel. Onderzoek aan de faculteit Diergeneeskunde, Universiteit Utrecht, heeft aangetoond dat dit ook in de praktijk heel bruikbaar kan zijn: katten die in een asiel terechtkomen en met een schuildoos worden gehuisvest, zijn minstens drie dagen eerder hersteld van hun stress dan hun soortgenoten in de quarantaine zonder schuildoos. Maar ook zonder stress kan een doos een kat nog steeds een aangenaam gevoel van veiligheid geven. Wie weet probeert de kat de doos alvast even uit-wellicht handig voor later, mocht er ineens wel een bedreigende situatie opdoemen. Er is ook onderzoek gedaan dat suggereert dat de kat graag in een doos verblijft omdat hij/zij daarin minder warmte verliest. -Gedragskliniek voor Dieren

10. Hebben katten ook een ‘roedel’?

De kat is van origine een solitaire carnivoor en de wilde kat heeft een eigen territorium waarin zij alleen leeft en alleen jaagt. Een omgevingsfactor die dit solitaire leven promoot, is de beschikbaarheid van voedsel. Dit betekent niet dat onze huiskat een geheel identieke levensstijl erop nahoudt, want duizenden jaren verblijf in nabijheid van de mens heeft de kat ook veranderd. In de buurt van mensen waren prooidieren voor de kat vrij en royaal beschikbaar, dankzij de muizen die op onze voedselopslag afkwamen. Omdat hierdoor de concurrentie om voedsel afnam, zijn katten waarschijnlijk sociaal toleranter naar elkaar geworden. In feite was dit een eerste stap in het domesticatieproces van de kat. Dit wil overigens niet zeggen dat de kat een sociaal dier is dat graag in groepen leeft: er zijn grote individuele verschillen en een eigenaar moet hier ook altijd rekening mee houden. Dring een soortgenoot nooit op en respecteer de keus van de kat! -Gedragskliniek voor Dieren
Met dank aan:
De medewerkers van de Gedragskliniek voor Dieren, Departement Dier in Wetenschap & Maatschappij: Dr. Claudia M. Vinke, Dr. Marjan A.E. van Hagen en dr.Matthijs B.H Schilder
Dr. Ronald Jan Corbee, Nederlands specialist Veterinaire Diervoeding, departement Geneeskunde van Gezelschapsdieren
Dr. Claudia Wolschrijn, Universitair hoofddocent, Departement Pathobiologie - Anatomie en Fysiologie