Myxomatose en VHD bij konijnen
Myxomatose is een bekende konijnenziekte
Myxomatose wordt veroorzaakt door een pokkenvirus. De ziekte komt voor bij wilde en tamme konijnen en hazen. De ziekte wordt overgebracht door stekende en/of bloedzuigende insecten (bijvoorbeeld muggen en vlooien). Oorspronkelijk kregen besmette dieren zeer acuut vochtophopingen op de kop en geslachtsdelen en was de sterfte 100%.
Nu is er een meer chronische vorm met huidletsels (pseudotumoren), die zelfs spontaan kunnen herstellen, en ademhalingsproblemen. Het sterftepercentage is veel lager.
Het is mogelijk om te enten tegen myxomatose.
Viral Haemorrhagic Disease/ Viraal Haemorrhagisch Syndroom/RHD1 virus
Dit is een redelijk nieuwe konijnenziekte, die wordt veroorzaakt door een virus. De ziekte is enkel besmettelijk voor konijnen.
Een besmet konijn kan plotseling sterven of na enkele dagen met hoge koorts en soms een schreeuw vlak voor het sterven. Vaak hebben de overleden dieren een bloederige schuimige neusvloei.
Konijnen kunnen worden besmet via besmette dieren of besmet voer, maar ook ratten, muizen en insecten kunnen het virus verspreiden. Bij besmet voer moet vooral worden gedacht aan geplukt groenvoer. Raakt een hok besmet dan zal 65-95% van de dieren in enkele dagen sterven. Konijnen jonger dan 2 maanden worden niet door de ziekte getroffen.
De enige preventieve behandeling die mogelijk is, is vaccinatie van konijnen vanaf een leeftijd van 5 weken.
Er is tegenwoordig een nieuw verbeterd vaccin op de markt dat ook door ons ingezet wordt. Dit vaccin (nobivac) biedt bescherming voor een jaar tegen myxomatose en VHD. Het is individueel verpakt dus u kunt het hele jaar door een afspraak maken wanneer het u past.
RHD2-virus bij konijnen
Begin december 2015 zijn vanuit diverse delen van het land meldingen binnengekomen over acute sterfte onder konijnen. Uit verder onderzoek is gebleken dat sprake is van een nieuwe variant van het virus, namelijk het Rabbit Hemorrhagic Disease2 (RHD2) -virus. Een bericht vanuit de KNMvD:
VHD is een ziekte die wordt veroorzaakt door een virus: het RHD-virus. Dit virus, dat zeer besmettelijk is, verspreidt zich door direct contact tussen konijnen en ook indirect via urine, uitwerpselen, water, voedsel, kleding, handen en hokken. Stekende insecten kunnen ook een rol spelen in de verspreiding. Het virus kan tot ernstige ziekte en sterfte leiden bij konijnen (zie symptomen), maar is niet gevaarlijk voor mensen of andere gezelschapsdieren zoals honden, katten, cavia’s en andere knaagdieren.
Van het RHD-virus zijn twee varianten bekend: het RHD1- en het RHD2-virus. Het is belangrijk te weten welke virusvariant verantwoordelijk is voor een uitbraak/sterfgeval:
- De vaccins die op dit moment in Nederland geregistreerd zijn, bieden geen bescherming tegen RHD2 (wél tegen RHD1).
- De tijd die verstrijkt tussen het tijdstip van besmetting en het overlijden van het konijn is bij een RHD2-infectie langer (gemiddeld 3-5 dagen) dan bij RHD1 het geval is. Het virus krijgt daardoor meer tijd om zich te verspreiden.
Nieuwe konijnenziekte
Een konijn dat geïnfecteerd is met de klassieke variant van het virus zal veelal binnen 24-48 uur sterven. Bij RHD2 bedraagt deze termijn gemiddeld 3-5 dagen. In beide gevallen zien we soms (acute) benauwdheid, koorts, bloedingen en zenuwverschijnselen vlak voordat het konijn overlijdt. Daarnaast kan bij RHD2 een meer chronisch ziektebeeld gezien worden waarbij het konijn gedurende langere periode algemeen ziek kan zijn. Vaak is er echter niets te zien aan konijnen met deze ziekte totdat ze acuut ziek worden en vrijwel meteen daarna sterven.
Aantallen en verspreiding binnen Nederland
Na de eerste berichtgeving over de sterfte als gevolg van VHD door de nieuwe virusvariant zijn bij de faculteit Diergeneeskunde vanuit het gehele land dagelijks nieuwe berichten binnengekomen over verdachte gevallen (plotselinge sterfte onder konijnen).
Op basis van de huidige gegevens met betrekking tot bevestigde gevallen lijkt het RHD2-virus zich geografisch over het hele land te hebben verspreid.
Verspreiding over Europa
In 2010 is de nieuwe virusvariant RHD2 voor het eerst vastgesteld in Frankrijk. Daarna heeft het zich langzaam over Europa verspreid.
Naast konijnen kunnen ook hazen RHD2 oplopen. Voor zover bekend is in Nederland bij hazen geen besmetting gesignaleerd.
Er is op dit moment geen behandeling voorhanden voor konijnen die ziek zijn als gevolg van een infectie met het RHD-virus. Om te voorkomen dat een konijn ziek wordt van een besmetting met het RHD-virus, wordt geadviseerd om jaarlijks te vaccineren met een vaccin als bijvoorbeeld het Nobivac® Myxo-RHD-vaccin. Dit vaccin geeft een goede bescherming tegen myxomatose en de klassieke variant van het RHD-virus (RHD1). Het biedt echter géén bescherming tegen RHD2. Via de faculteit wordt aan dierenartsen een vaccin ter bescherming tegen RHD2 beschikbaar gesteld vanaf half september 2016 (Cunipravac Variant®). Voor een optimale bescherming van uw konijn wordt geadviseerd om het dier elk jaar te vaccineren.
Maatregelen tegen besmetting en verspreiding
Hoewel het vaccin dat bescherming biedt tegen RHD2 inmiddels beschikbaar is, blijft het belangrijk om maatregelen te nemen om besmetting en verspreiding van de ziekte zoveel mogelijk te voorkomen.
Advies Faculteit Diergeneeskunde voor particuliere eigenaren van konijnen die nog niet zijn gevaccineerd:
- Ruimtes waar mogelijke besmette konijnen zijn geweest dienen grondig gereinigd te worden met water en zeep en daarna gedesinfecteerd te worden. Voorbeelden van bruikbare desinfectiemiddelen zijn onder andere Virkon-S® en natriumhypochloriet. Deze zijn te koop bij dierenspeciaalzaken, agrarische winkels etc. Uw dierenarts kan u hierover ook adviseren.
- Voer geen (vers) gras of groente van buiten (moestuin) aan uw konijn. Kijk ook uit met het voeren van hooi of kuilvoer waarvan u vermoedt dat wilde konijnen er bij kunnen zijn gekomen.
- Voorkom direct contact van uw konijn met konijnen uit het wild. Als er wilde konijnen in de buurt van uw huis voorkomen kunt u overwegen om uw konijn (tijdelijk) binnen te huisvesten. Neem ook geen zieke konijnen uit het wild mee naar huis.
- Goede (hand)hygiëne is belangrijk om verspreiding van het virus te beperken; was uw handen extra goed met water en zeep vóór en na het voeren en verzorgen van uw konijn.
- Pas op met besmette konijnenveldjes (besmet met urine van wilde konijnen). Via uw schoeisel kan het virus verspreid worden. Houdt u uw konijnen binnen? Wissel van schoeisel bij het naar binnen gaan. Houdt u uw konijnen buiten, bijvoorbeeld in een ren in de tuin? Dan kunt u daar het beste andere schoenen dragen dan dat u op straat draagt. Laat uw konijnen in ieder geval niet in contact komen met schoeisel waarmee u over mogelijk besmet terrein heeft gelopen.
- Aangezien stekende insecten ook een rol kunnen spelen in de verspreiding, kan een goede insectenbestrijding ook bijdragen aan vermindering van het risico.
- Laat bij acute sterfte onder uw konijnen een pathologisch onderzoek uitvoeren. Uw dierenarts kan u hierbij adviseren.
- Treft u dode wilde konijnen aan? Meldt deze dan bij het Dutch Wildlife Health Centre (DWHC) via hun website.
- Indien u acute sterfte heeft onder uw konijnen waarbij het vermoeden bestaat dat dit door VHD wordt veroorzaakt, kan een zogenaamde ‘noodvaccinatie’ overwogen worden. Uw dierenarts kan u hier verder over informeren.
- Speciaal voor konijnenopvangadressen, kinderboerderijen etc.: het is aan te raden het ‘verkeer’ van konijnen te minimaliseren, tenzij er een goede quarantainevoorziening aanwezig is. Ieder nieuw konijn kan immers een risico inhouden.