Chinchilla als huisdier
Chinchilla is een planteneter
De chinchilla leefde oorspronkelijk in Chili en Peru in het Andesgebergte. Vanwege hun pels zijn zij in Europa gekomen. Uit elke haarwortel van deze pels groeien 40 tot 120 haren, vandaar dat hun vacht heel zacht is. Chinchilla’s hebben speciaal chinchillazand nodig om in te ‘badderen’ en zo hun vacht goed te houden. Een chinchilla wordt 10 tot 15 jaar oud, maar er zijn dieren die wel 20 jaar zijn geworden.
Chinchilla’s zijn sociale dieren en moeten daarom ook niet alleen worden gehouden. Niet gecastreerde mannetjes kunnen niet bij elkaar worden gehouden in aanwezigheid van vrouwtjes. Chinchilla’s kunnen goed klimmen. In hun kooi moeten zij daar dan ook voldoende gelegenheid voor hebben.
De chinchilla is een planteneter. Het hoofdbestanddeel van hun voer moet goede kwaliteit hooi zijn. Er is ook speciaal chinchillavoer te verkrijgen dat naast het hooi kan worden gegeven. Ook chinchilla’s eten af en toe hun eigen uitwerpselen (Caecotrofie), deze zijn rijk aan vitamine B12. Het is verstandig om een chinchilla extra vitamine C te geven.
Laat u goed informeren
Hoewel de chinchilla bij het grote publiek niet heel erg bekend is, zitten opnamecentra voor chinchilla’s vaak vol. Als u na goede voorbereiding weloverwogen een chinchilla wilt aanschaffen is het misschien een overweging waard om een ‘asiel’-chinchilla aan te schaffen bij een goed opvangcentrum.
Informatie over chincilla’s vindt u op het LICG
Onze praktijk heeft de mogelijkheid om ook een chinchilla veilig onder narcose te brengen voor een (operatieve) ingreep door middel van gasanesthesie (Met Isofluraan). Daarnaast omringen wij uiteraard het dier met alle mogelijke zorg (o.a pijnstilling, antibiotica, warmtematje, kruiken en TLC).