Castratie van de vrouwelijke fret (moertje)
Geen dekking dan castreren
Vrouwelijke fretten worden gecastreerd om de beenmergdepressie die onder invloed van langdurig hoge oestrogeenspiegels in het voortplantingsseizoen kan ontstaan te voorkomen. Deze problemen kunnen al snel tijdens de loopsheid optreden en kunnen uiteindelijk tot de dood leiden.
De meeste moertjes worden voor het eerst loops rond de jaarwisseling van hun geboortejaar. Dit is het tijdstip voor castratie.
Implantaat plaatsen
Na chirurgische castratie van vrouwelijke fretten waarbij de eierstokken verwijderd worden is echter gebleken dat deze fretten een verhoogde kans hebben op het ontwikkelen van bijniertumoren. Dit komt omdat de aanmaak van de aansturende geslachtshormonen (LH en FSH) in de hersenen niet langer geremd wordt door de hormonen geproduceerd door de eierstokken. De bijnieren hebben ook receptoren voor één van deze aansturende hormonen (LH), maar kunnen de aanmaak hiervan niet remmen via een terugkoppeling. Doordat de bijnieren hierdoor continue gestimuleerd worden ontstaat een sterk verhoogde kans op tumoren die bijnierhormonen produceren met alle gevolgen van dien.
Om dit te voorkomen kan in plaats van chirurgische castratie gekozen worden voor een implantaat (suprelorin) die de aanmaak van FSH en LH in de hersenen langdurig remt. Hierdoor wordt zowel de beenmergdepressie door oestrogenen alsmede de kans op bijniertumoren sterk gereduceerd. Er kan gekozen worden voor een implantaat die 2 of 4 jaar werkt. Gezien de medische voordelen en het feit dat hiervoor geen operatie nodig is heeft deze manier van castreren sterk de voorkeur.